Vol verwachting staat de bruidegom op de binnenplaats van Kasteel Doorwerth. De wind waait over de ophaalbrug onder de toegangspoort door. Hij maakt vrolijke grapjes met ons maar de zenuwen noemen stiekem toe. Over enkele ogenblikken gaat de oude, krakende deur van het poortgebouw open en ziet hij de liefde van zijn leven.
Op dat zelfde moment wordt boven hem, in de prachtig ingerichte trouwsuite, de laatste hand gelegd aan het kapsel van de bruid. Vlak voor de sluier bevestigd wordt steekt de kapster plukjes gipskruid in haar haar. Het geeft de bruid een lieflijke uitstraling. Vanachter de spiegel staat haar beste vriendin vertederd te kijken.
Nog een laatste tevreden blik in de spiegel en een bemoedigend knikje van haar vriendin en deze prachtige bruid gaat op weg naar beneden. Over enkele ogenblikken loopt zij de eeuwenoude trap af van het poortgebouw en achter de deur zal daar haar grote liefde op haar staan te wachten.